Rina Steenkamp - Privacy en technologie
Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens
Paragraaf 1. De verwerking van persoonsgegevens in het algemeen
De verantwoordelijke draagt zorg voor de naleving van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 6 tot en met 12 en 14, tweede en vijfde lid van dit hoofdstuk.
2. Op de voor de verwerking verantwoordelijke rust de plicht om voor de naleving van het bepaalde in lid 1 zorg te dragen.
Artikel 6, eerste lid, van de richtlijn bevat een aantal vereisten betreffende de kwaliteit van persoonsgegevens. Deze vereisten zijn als algemene beginselen geformuleerd en richten zich niet tot een bepaalde actor. In hoofdstuk 2 van dit wetsvoorstel worden deze vereisten nader uitgewerkt waarbij artikel 6 als algemene norm geldt: persoonsgegevens worden in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt. Deze algemene norm vindt vervolgens zijn uitwerking in de overige artikelen van dit wetsvoorstel. Een ieder die persoonsgegevens verwerkt heeft deze beginselen – ongeacht in welke hoedanigheid hij ze verwerkt – in acht te nemen. Desalniettemin rust op de verantwoordelijke een extra verplichting: op grond van het tweede lid van dat artikel dient hij namelijk zorg te dragen voor de naleving van deze vereisten. Hij dient de nodige maatregelen te treffen c.q. garanties te bedingen dat degene die de gegevens verwerkt, zich houdt aan deze algemene beginselen. In dit kader dient ook artikel 14, tweede lid, van dit wetsvoorstel te worden bezien: de verplichting van de verantwoordelijke een overeenkomst aan te gaan met de bewerker. In deze overeenkomst kunnen de nodige garanties worden bedongen of voorwaarden worden gesteld. Dit laat onverlet de verantwoordelijkheid van een ieder die gegevens verwerkt de algemene beginselen in acht te nemen. Is de verantwoordelijke op de hoogte van een schending van deze beginselen en laat hij na de nodige maatregelen te treffen dan is hij hierop aanspreekbaar.
[MvT, pagina 100]