Rina Steenkamp - Privacy en technologie
Paragraaf 1. Het College bescherming persoonsgegevens
Dit artikel bepaalt dat de Registratiekamer desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen moet verstrekken met betrekking tot haar werkzaamheden die deze behoeft voor diens taakuitoefening ten opzichte van de Kamer. Daarmee wordt invulling gegeven aan de politieke verantwoordelijkheid van de Minister voor de Registratiekamer voor zover de taak van de Minister strekt. Het zal daarbij in hoofdzaak gaan om zaken betreffende formatie, budget en personeel. Een algemene aanwijzingsbevoegdheid met betrekking tot het boetebeleid is opgenomen in artikel 74. De formulering van het eerste lid sluit aan bij aanwijzing 124t inzake zelfstandige bestuursorganen. De formulering van de bepaling impliceert dat de noodzaak tot het vragen van inlichtingen naar objectieve maatstaven dient te worden vastgesteld. Ook het tweede lid houdt rekening met de bijzondere positie van de Registratiekamer. Daar de Kamer ook een toezichthoudende functie heeft tegenover de overheid, dient zij de mogelijkheid te hebben, wanneer een onderzoek zich tegen de overheid richt, dit te kunnen afronden zonder het in gevaar te brengen. Zij kan dan de naleving van de informatieverplichting opschorten lopende het onderzoek. Daartoe dient het tweede lid.
Ten slotte bevat het derde lid een uitzondering op de in het eerste lid neergelegde verplichting voor zover de betreffende informatie aan de Registratiekamer is verstrekt door een derde onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan wordt gehandhaafd. De toezichthoudende taak van de Kamer zou kunnen worden belemmerd indien de Kamer jegens degenen aan wie informatie worden gevraagd, niet kan garanderen dat deze absoluut vertrouwelijk wordt behandeld. Een vergelijkbare regeling is opgenomen in artikel 19, vierde lid, van de Wet Nationale Ombudsman. Uiteraard geldt deze uitzondering alleen indien de betreffende de derde uitdrukkelijk heeft bedongen dat de Kamer de gegevens geheim dient te houden. Daartoe kan bijvoorbeeld reden zijn indien de gevraagde inlichtingen of bescheiden gevoelige bedrijfsinformatie bevatten.
[MvT, pagina 181-182]