Rina Steenkamp - Privacy en technologie

Mijn geannoteerde Wbp

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens

Paragraaf 2. De verwerking van bijzondere persoonsgegevens

Artikel 20 [Uitzondering verwerkingsverbod lidmaatschap vakbond]

Artikel 20

  1. Het verbod om persoonsgegevens betreffende iemands lidmaatschap van een vakbond te verwerken als bedoeld in artikel 16, is niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door de betreffende vakbond of de vakcentrale waarvan die bond een onderdeel vormt, voor zover dat gelet op de doelstelling van de vakbond of centrale noodzakelijk is.
  2. In het geval als bedoeld in het eerste lid worden geen persoonsgegevens aan derden verstrekt zonder toestemming van de betrokkene.

Richtlijn 95/46/EG

Artikel 8 lid 2 sub d

[2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer:]

d) de verwerking wordt verricht door een stichting, een vereniging, of enige andere instantie zonder winstoogmerk die op politiek, levensbeschouwelijk, godsdienstig of vakbondsgebied werkzaam is, in het kader van hun gerechtvaardigde activiteiten en met de nodige garanties, mits de verwerking uitsluitend betrekking heeft op de leden van de stichting, de vereniging of de instantie of op de personen die in verband met haar streefdoelen regelmatige contacten met haar onderhouden, en de gegevens niet zonder de toestemming van de betrokkenen aan derden worden doorgegeven

Memorie van Toelichting

Anders dan in de WPR wordt in de richtlijn het aangesloten zijn bij een vakbond als gevoelig gegeven aangemerkt. In artikel 20 van de WBP wordt dit in navolging van de richtlijn ook zo aangemerkt. Evenals artikel 17 en 19 vormt het een artikel een implementatie van artikel 8, tweede lid, onder d.
Wat de gevoeligheid van het gegeven betreft is het lidmaatschap van een vakbond tot op zekere hoogte vergelijkbaar met het lidmaatschap van een politieke partij en in de richtlijn worden deze gegevens dan ook op één lijn geplaatst. Om die reden is zo veel mogelijk aangesloten bij de formulering van artikel 19. Evenals in artikel 19, eerste lid, onder a, is de eis gesteld dat het verbod om dergelijke gegevens te verwerken alleen dan niet van toepassing is als dit gelet op de doelstelling van de desbetreffende instelling noodzakelijk is. Tevens is in het tweede lid bepaald dat persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakbond niet aan derden mogen worden verstrekt.
Anderzijds zijn er ook verschillen. Anders dan bij een politieke partij of een kerkgenootschap kan niet zonder meer gesproken worden over de 'grondslag' van een vakbond. Weliswaar komt het vaak voor dat een vakbond gelieerd is aan een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke stroming, maar een noodzakelijke voorwaarde is dit geenszins. Bovendien verschilt de relatie die de vakbond onderhoudt met de verwante stroming sterk van geval tot geval. Soms zijn de banden geformaliseerd in statuten of andere officiële stukken, in andere gevallen echter zijn er slechts contacten van feitelijke aard. In afwijking van artikel 19 (en ook artikel 17 eerste lid, onder b) wordt daarom niet bepaald dat de gegevensverwerking noodzakelijk moet zijn voor de verwezenlijking van de 'grondslag' van de vakbond of vakcentrale. Het noodzakelijkheidsvereiste is hier louter gekoppeld aan de doelstelling van de desbetreffende organisatie.
In artikel 8, eerste lid, van de richtlijn wordt gesproken over 'gegevens waaruit het aangesloten zijn bij een vakvereniging blijkt'. In artikel 20 is dit beschreven als 'persoonsgegevens betreffende iemands lidmaatschap van een vakbond'. Gelet op tekst van de richtlijn gaat het daarbij niet alleen om gegevens die direct betrekking hebben op het lidmaatschap zèlf, maar ook om gegevens waaruit kan worden afgeleid dat iemand lid is van een vakbond. Als voorbeeld kan worden genoemd de administratie van een vakbond waarin alle namen en adressen van de leden zijn opgenomen. Strikt genomen verschaffen deze gegevens op zichzelf geen informatie omtrent het lidmaatschap van een vakbond, maar uit het feit dat de namen en adressen hierin zijn opgenomen kan lidmaatschap geconcludeerd worden. Overigens geldt dat thansgevoelige gegevens op grond van het BGG.
In artikel 8, tweede lid, onder d van de richtlijn wordt in algemene zin gesproken over 'een stichting, een vereniging of enige andere instantie zonder winstoogmerk die op politiek, levensbeschouwelijk, godsdienstig of vakbondsgebied werkzaam is'. Voor Nederland geldt dat, wat betreft het vakbondsgebied, dit gepreciseerd kan worden. De hier bedoelde gegevens moeten verwerkt kunnen worden door de vakbond waarvan de betrokkene lid is, alsmede de organisatie waarvan de bond mogelijk deel uitmaakt. In Nederland is het gebruikelijk dat een vakbond is opgenomen in een vakcentrale. Om die reden wordt ook dat begrip in het onderhavige artikel gehanteerd. Overigens geldt evenals bij de bepaling inzake politieke gezindheid dat gegevensverwerking buiten het geval bedoeld in de onderhavige bepaling ook mogelijk is op grond van artikel 23, eerste lid. Dit betekent dat verwerking van vakbondsgegevens bijvoorbeeld ook mogelijk is indien betrokkene daarvoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Verwezen zij naar de toelichting op die bepaling.

[MvT, pagina 107-108]