Rina Steenkamp - Privacy en technologie

Mijn geannoteerde Wbp

Hoofdstuk 10. Sancties

Paragraaf 2. Bestuurlijke boeten

Artikel 66

[Bevoegdheid College tot oplegging bestuurlijke boete] [Meer informatie]

Artikel 67

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 68

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 69

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 70

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 71

[Wijze van oplegging bestuurlijke boete] [Meer informatie]

Artikel 72

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 73

[Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 74

[Beleidsregels voor de oplegging van boeten] [Meer informatie]

Memorie van Toelichting

12. Handhaving

[...]

Naast de bestuursdwangbevoegdheid kent het wetsvoorstel de Registratiekamer de bevoegdheid toe om een bestuurlijke boete op te leggen indien de verantwoordelijke ten onrechte niet of op onvolledige wijze heeft voldaan aan zijn meldingsverplichting. Thans geldt een dergelijke overtreding uitsluitend als een strafbaar feit. Strafrechtelijke handhaving van een dergelijke administratieve verplichting lijkt evenwel in de regel minder geschikt. Voor zover bekend is ook nog nooit strafrechtelijke vervolging ingesteld. Met het oog op een effectievere handhaving wordt voorgesteld om de bestuurlijke boete in te voeren. De maximum-hoogte van de boete verschilt niet wezenlijk van de boete die thans langs strafrechtelijke weg kan worden opgelegd.
Conform het kabinetsbeleid inzake bestuurlijke boeten is in het wetsvoorstel een aantal nadere voorzieningen en waarborgen opgenomen. Deze houden onder meer verband met de eisen die voortvloeien uit artikel 6 EVRM. Alvorens de boete wordt opgelegd, zal de verantwoordelijke eerst moeten worden gehoord. De bevoegdheid vervalt indien de verantwoordelijke aantoont dat hem geen verwijt treft. De verantwoordelijke heeft echter ook het recht om te zwijgen. Vanaf het moment dat redelijkerwijs duidelijk is dat aan de verantwoordelijke een boete zal worden opgelegd, is hij niet verplicht ter zake daarvan enige verklaring af te leggen.
Een belangrijk sluitstuk van de bestuursrechtelijke handhaving zal worden gevormd door de mogelijkheid van rechterlijke toetsing. Tegen bestuursdwang-, dwangsom- en boetebeschikkingen staat conform de Awb bezwaar en beroep open.

[MvT, pagina 30]