Rina Steenkamp - Privacy en technologie
[Introductie | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12]
Voor informatie die één of meer van de drie VBTB-vragen beantwoordt - die, met andere woorden, iets zegt over input, output, outcome of een combinatie daarvan - gebruikt de RPE 2006 de term beleidsinformatie. Beleidsinformatie kan uit verschillende bronnen komen:
De beleidsinformatie uit die verschillende bronnen kan elkaar onderling aanvullen. Informatie uit de primaire processen geeft over het algemeen vooral inzicht in de prestaties van de uitvoering (output). Onderzoek van de bedrijfsvoering kan onder meer zicht geven op de kwaliteit van de primaire processen, en op de mate waarin de uitvoering in staat is om bepaalde prestaties ook in de toekomst te blijven leveren. Evaluatieonderzoek biedt zicht op de bereikte maatschappelijke effecten (outcome).
Een praktijkvoorbeeld: de uitvoering van de sociale zekerheid kent het zogenaamde hiaatpercentage, dat aangeeft welk deel van de werkzoekenden die behoefte hebben aan ondersteuning bij de terugkeer op de arbeidsmarkt deze hulp niet tijdig krijgt. Dit percentage is opgenomen in de verantwoording van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aan de Tweede Kamer. De onderliggende gegevens komen voor een deel uit de primaire processen van de Uitvoeringsinstantie Werknemersverzekeringen (UWV) en voor een deel uit informatie van gemeenten die door het CBS wordt verzameld en geaggregeerd. Het hiaatpercentage zegt iets over de prestaties die de overheid levert (output), maar niet over de kwaliteit van de processen en de continuïteit van die prestaties, en evenmin over de uiteindelijke maatschappelijke effecten (outcome). Bedrijfsvoeringonderzoek en evaluatieonderzoek kunnen hier zicht op geven. Evaluatieonderzoek kan bijvoorbeeld vragen beantwoorden als: 'Vinden werkzoekenden die tijdig ondersteuning krijgen eerder een baan?' en 'Zorgt tijdige ondersteuning voor meer tevreden burgers?'
Beleidsinformatie kan verschillende vormen aannemen. Een belangrijk onderscheid is dat tussen kwalitatieve en kwantitatieve beleidsinformatie. Bedrijfsvoeringonderzoek en evaluatieonderzoek leveren over het algemeen kwalitatieve beleidsinformatie op: rapportages met daarin beschouwingen en oordelen die niet los gezien kunnen worden van de specifieke vraagstelling voor het onderzoek en de gehanteerde onderzoeksaanpak. Wat uit de primaire processen van de uitvoering komt, en wat door instanties als het CBS wordt verzameld en geaggregeerd, is over het algemeen kwantitatieve beleidsinformatie. Kwantitatieve beleidsinformatie kan bestaan uit kengetallen, zoals het aantal mensen dat in een bepaalde periode werkzoekend was, en indicatoren, zoals de preventiequote die het percentage werkzoekenden weergeeft die zo snel een baan vonden dat ze geen beroep op een uitkering hoefden te doen. De Algemene Rekenkamer maakt binnen de indicatoren nog het onderscheid tussen prestatie-indicatoren, die betrekking hebben op prestaties (output), en effectindicatoren, die een indicatie geven van de bereikte maatschappelijke effecten (outcome).
Prestatie-indicatoren kunnen nog verder worden onderverdeeld, bijvoorbeeld in procesindicatoren, die een beeld geven van het verloop van processen die de betrokken organisaties uitvoeren, en klantindicatoren, waarin de prestaties van de overheid vanuit het gezichtspunt van de klant worden weergegeven.